Keten

‘Ik kan niet wachten tot we weer kunnen keten!’

Er is maar één zestigplusser waarbij ik het woord ‘keten’ zo graag uit de mond hoor komen als bij haar. En er is maar één zestigplusser die er zonder gêne mee weg kan komen door mij midden in de supermarkt te begroeten met een even gemeend ‘Haaa wijffieeee!’

Corona of geen corona. Supermarktuitje of theaterbezoek. Iedere dag is petticoat-dag en een dag niet gekeet is een dag niet geleefd.

Vervelen? Oh nee! De afgelopen weken heeft ze geschreven. Alle theaterteksten voor ‘haar’ kinderen zijn af. ‘Oefenen oefenen oefenen, heb ik ze gezegd!’ Want zodra er weer gespeeld kan worden, wordt er weer gespeeld. Desnoods met een camera in plaats van een volle zaal.

De jeugd heeft de toekomst, maar ze houdt haar hart wel vast voor die toekomst. Zonder cultuur kunnen we niet leven, maar je moet er als jongere wel van kunnen leven. Om haar eigen boterham maakt ze zich geen zorgen, maar ze zal toch eens opgevolgd moeten worden?

‘Ik kan niet voor eeuwig blijven keten natuurlijk!’

Nee, dat kan niet. Maar ik zou willen dat voor sommige mensen een uitzondering zou worden gemaakt.

Hagelslag

In het pennenbakje op de eettafel ligt een briefje. ‘Leuke dingen doen lijstje’ staat erop geschreven.

Op bezoek bij oma.
Een dagje musea hoppen in Amsterdam (ein-de-lijk naar het nieuwe Rijks!)
Etentje organiseren voor de ouders.
Paar dagen naar Zeeland.

Een lijstje gemaakt in drukke ambitieuze tijden. In tijden waarin vrije tijd schaars en de weekenden al weken vooruit drukdrukdruk waren.
Het lijstje moest ervoor zorgen dat we in de waan van de dag de leuke dingen niet zouden vergeten. En met name niet moesten vergeten te plannen.

Want dat is het met leuke dingen; ze leggen het vaak af tegen de minder leuke dingen die op de een of andere manier meer noodzaak hebben om gedaan te worden. Hoe en door wie dat is besloten, dat mag Joost weten, maar ik heb zo mijn vermoedens dat dit een patroon is dat is gestart bij de vroege opvoeding.

Eerst een boterham met kaas, dán pas een boterham met hagelslag.
Eerst je kamer opruimen, dán pas met vrienden buitenspelen.
Eerst koppijn krijgen van je belastingaangifte, dán pas live een uitzending van Kopspijkers bijwonen.

Achter twee zaken van het lijstje staat een krul. Een teken dat ze al dan niet gedaan, gepland of geregeld waren.
In dit geval staat door die twee zelfde zaken ook een streep. Een teken dat ze ondanks de voorgenomen planning toch niet door konden gaan.

Eerst corona, dan leuke dingen doen.

Mag ik dan nu een boterham met hagelslag?

Zeevonkverlangen

Ballerina, dolfijnentrainer, parachutist, presentatrice, kunstenaar.
Als kind wilde ik het liefst iedere dag iets anders worden.
Toen ik groter werd wilde ik het liefst ieder jaar naar een ander land. De studie die ik tussendoor koos was zo breed en algemeen dat ik er alsnog ieder jaar iets anders mee zou kunnen doen. In de praktijk bleek dit na mijn afstuderen ook daadwerkelijk zo te zijn.

Stilstand is achteruitgang.
Ik houd van beweging. Nieuwe dingen. Veranderingen.
Niks fijner dan de eerste nacht in je nieuwe huis, het ontdekken van een nieuwe stad of het spontaan rijden naar het strand om zeevonk te spotten.

En toen kwam corona.
Geen goed moment om jullie te laten googelen naar ‘wat is zeevonk’ en een nog slechter moment om jullie ervan te overtuigen dat dit iets is ‘wat je echt een keer gezien moet hebben.’

Gelukkig stond op mijn lijstje achter zeevonk al een vinkje.
En stond ik – alle narigheid ten spijt – door corona keihard AAN.

Er werden gaten geslagen in standaard patronen en de ruimte die ontstond voelde als een speelveld dat gevuld kon worden met nieuwe dingen. Ik sloeg aan het knutselen, startte een online klas met verhalen, hing de mc uit tijdens online discoronafeestjes en wist me tussendoor iedere dag in een ander kleurrijk outfitje te hullen.

Stilstand is achteruitgang.
Totdat ook de nieuwe dingen niet zo nieuw meer waren.

Toen begon ik stiekem te verlangen naar alles dat eens gewoon was.
En waarvan je – net als zeevonk – niet weet wanneer het er weer zal zijn.