To go

Bij gebrek aan terras en beter, sta ik buiten een broodje-to-go te eten.
Een ietwat tegenstrijdige activiteit bedenk ik me, terwijl ik een stukje tomaat tussen mijn tanden uit probeer te vissen, aangezien er op dit moment vrij weinig om naar ‘to’ te ‘go’en’ is.

Terwijl mijn tong met verschillende acrobatische trucs probeert om het tomatenvelletje uit zijn benarde situatie te bevrijden, stuit mijn blik op de achterkant van een verkeersbord. In de linkeronderhoek zit een sticker geplakt: ‘Vervaardigd door bedrijf A’.
Als door een katapult geraakt, is het me ineens allemaal compleet duidelijk:

Alles om me heen is door iemand gemaakt.

Het verkeersbord. De sticker op het verkeersbord. Het plastic van de sticker op het verkeersbord.
De tegels op de grond. De schroefjes in de lantaarnpalen. De schoenen aan mijn voeten. De veters in de schoenen aan mijn voeten. Het textiel van de veters in de schoenen aan mijn voeten. Het stukje kauwgom op de stoep. Het papier om mijn broodje. Het elastiekje in mijn haar. Het glas van de etalageramen. De logo’s op de vuilnisbakken. De wielen van de fiets. Het ventieldopje op het wiel van de fiets. De fietsenrekken. Het ijzerdraadje achter mijn tanden. De lijmbolletjes op het ijzerdraadje achter mijn tanden. Het

stukje tomaat glipt tussen mijn tanden vandaan.

Ik slik de laatste hap van mijn broodje door en gooi het servet in de prullenbak.

Ik hoef nergens to go.
Ik ben hier al.

Badkamer-spin

Het was allemaal begonnen toen ze de badkamer-spin in de stofzuigerslang had zien verdwijnen. In één oogwenk was het gebeurd. Als een omgekeerd orgasme dat niet meer uit te stellen is.

Weg. Klaar.

Het was niet haar bedoeling geweest. Althans niet bewust. Hoewel ze de weken ervoor wel steeds met een schuin oog naar die ene hoek had gekeken. En zich herinnert hoe ze steeds opnieuw weer een huivering had proberen te onderdrukken.

‘Spinnen zijn goed, spinnen zijn nuttig.’
Het mantra had niet mogen baten. Zelfs het zinnetje ‘Spinnen eten andere spinnen’ uit het artikel Spinnen in huis. Vriend of vijand? was niet opgewassen tegen de onderdrukte angst waarmee ze die ochtend met de stofzuiger de badkamer trotseerde.

Het was niet haar bedoeling geweest. Ze was er zelfs een beetje van geschrokken. Zo snel, zo onomkeerbaar. Zou de spin dat zelf ook hebben geweten? Toen hij in een fractie van een seconde met de snelheid van het licht door een donker wormgat getrokken werd en gelanceerd tussen de verloren broodkruimels en kluwen haren? Zou hij het weten?

Zou hij nog leven?

De vraag liet haar niet meer los.
Als een web dat zich steeds strakker om je lijf wikkelt.
Eerst denk je: wat kan zo’n dun draadje nou met mij doen? Totdat je erachter komt dat vele dunne draadjes samen sterker zijn dan alle smoesjes om het knagende schuldgevoel te temperen.

Er viel niets meer te temperen. Gebeurd is gebeurd en gedane zaken nemen geen keer. Maar één ding wist ze wel: Van nu af aan zou ze zélf verantwoordelijkheid nemen voor haar acties en de gevolgen ervan onder ogen zien. De badkamer-spin was het keerpunt geweest en had haar ogen geopend.

Ze nam een schoonmaker in dienst.

Keten

‘Ik kan niet wachten tot we weer kunnen keten!’

Er is maar één zestigplusser waarbij ik het woord ‘keten’ zo graag uit de mond hoor komen als bij haar. En er is maar één zestigplusser die er zonder gêne mee weg kan komen door mij midden in de supermarkt te begroeten met een even gemeend ‘Haaa wijffieeee!’

Corona of geen corona. Supermarktuitje of theaterbezoek. Iedere dag is petticoat-dag en een dag niet gekeet is een dag niet geleefd.

Vervelen? Oh nee! De afgelopen weken heeft ze geschreven. Alle theaterteksten voor ‘haar’ kinderen zijn af. ‘Oefenen oefenen oefenen, heb ik ze gezegd!’ Want zodra er weer gespeeld kan worden, wordt er weer gespeeld. Desnoods met een camera in plaats van een volle zaal.

De jeugd heeft de toekomst, maar ze houdt haar hart wel vast voor die toekomst. Zonder cultuur kunnen we niet leven, maar je moet er als jongere wel van kunnen leven. Om haar eigen boterham maakt ze zich geen zorgen, maar ze zal toch eens opgevolgd moeten worden?

‘Ik kan niet voor eeuwig blijven keten natuurlijk!’

Nee, dat kan niet. Maar ik zou willen dat voor sommige mensen een uitzondering zou worden gemaakt.