Eenvoudig, zouden sommigen het noemen. Simpel. Spartaans wellicht. Op een site met reviews bekroond met niet meer dan 2 sterren. Een Bed & Breakfast back to basic. In de wijde omgeving geen internetverbinding. Zelf brood smeren, zelf afwassen. Een gedeelde douche en toilet (die zich één trap naar beneden, door woonkamer, door de voordeur, rechtsaf , in de schuur bevinden). Een bed nét iets aan de korte kant (waar je, dankzij schuine muren, plafonds en vloeren, ook nog eens moet uitkijken niet uit te rollen). Een in rook gehuld anti-rook beleid. Geen kroeg. Geen supermarkt. Alleen een tot restaurant omgebouwde voetbalkantine die op weekenddagen geopend is.
Welkom bij Hotel Oma. Welkom bij mijn oma. In Limburg. In een dorpje met een naam waarbij de meeste gezichten in een verbaasde ‘Huh?!’ schieten als ze hem horen. ‘Wáár ligt dat?’ Met een beetje fantasie zou je denken dat je ergens ver buiten Nederland op een exotische vakantiebestemming bent beland. En precies dáárom kom ik er zo graag. Niet omdat het nou echt zo ver weg of exotisch is (verre van – helaas). Maar omdat ik er het gevoel heb écht even weg te zijn. Terug in de tijd misschien zelfs. Of in een soort tijdloze zone waar een mix van weemoed, herinneringen, rust en eenvoud de dagen sieren. Omlijst door een landschap van heuvels en meer plaatsen met namen die op een ouderwetse ansichtkaarten niet zouden misstaan.
En al is het simpel. Al is het spartaans. Al zou het in een glossy brochure niet meer dan één of twee sterren krijgen. De glans van deze jaarlijkse traditie doet elke ster verbleken. Niet vanwege die scheve muren, niet vanwege de kou op het toilet en zelfs niet vanwege de berg was die bij thuiskomst ruikt alsof een heel Indianendorp de vredespijp heeft zitten roken. Het is vanwege de gastvrouw. Het is vanwege oma. Oma. In haar blauwe stoffen stoel. In het hoekje van de kamer. Háár hoekje van de kamer. Haar eigen kleine universum waar ze slechts een aantal middelen nodig heeft om meer dan volmaakt gelukkig te zijn. De afstandsbediening van de tv, een grote kan met water, sigaretten, aansteker, asbak, haar breiwerk, én haar rollator. Om af en toe mee naar de keuken te lopen. Voor koffie (alléén tot vier uur). Een boterham met kaas. Of om in de schuur het toilet op te zoeken. Oma weet niet beter. En oma hoeft niet beter.
En ik? Ik hoef ook niet beter. Of meer. Of groter. Beter. Best. Als ik daar ben. Bij oma. Want oma vindt alles best. Ze gaat haar gang. En laat ons onze gang gaan. We drinken koffie, kijken sport (schoonspringen, voetbal, Tour de France – oma volgt het allemaal), nog een kopje koffie, stukje vlaai. En als wij de hort op gaan, nestelt oma zich nog wat dieper in haar stoel. Of schuifelt naar buiten. Om te genieten van de bloemen in haar tuin. En zo nu en dan van het gezelschap van één van haar 12 kinderen die nog wel eens komen aanwaaien. Om boodschappen te brengen. De was te doen. Te koken. Of gewoon gezellig een kop koffie te drinken. Oma is als de koningin in haar eigen hotel. Met als enige verschil dat oma het wuiven heeft verheven tot een serieuze taak waar mijn zusje en ik ons vroeger over konden blijven verbazen (“Ze zwaait nog steeds! Ze zwaait nog steeds!”)
En ’s avonds kijken we tv. En komen soms ook de verhalen. Over de dominee die zieltjes kwam winnen toen ze er net woonden (en hard wegrende bij de aanblik van een dozijn kinderen en geen kruis aan de muur). Of over opa, die op vakantie ging naar Nieuw Zeeland en na een maand besloot dat het daar zo fijn was dat hij (van hun spaargeld) gewoon nog een maandje bleef.
Voor oma echter geen vakantie, vliegtuig of boot. Gewoon lekker thuis, in haar eigen stoel. Met warm weer met alle ramen en deuren dicht. Naakt. “Ja, dat mag je best weten hoor. Ik houd gewoon niet van warmte. En ik heb dan toch alles op slot.”
Eerlijk. Recht voor de raap. Bij Hotel Oma weet je wat je krijgt. Geen poespas, geen glamour. Maar waarom zou je meer wensen terwijl je met dat wat je hebt gelukkig bent? En je liefste wens is om daar te blijven totdat het einde daar is (“De enige manier waarop ik hier weg wil is tussen zes planken”). Een klein paradijs. Hotel Oma. Ze is er nog. Gelukkig wel. En ik? Ik heb alweer geboekt. Voor volgend jaar. Met een zweem van rooklucht nog in mijn kleren. En het beeld van oma naakt in haar stoel aan mijn netvlies geplakt. Bedankt oma. Als dat geen extra ster verdient weet ik het ook niet meer!
Je waardeert dingen ook zoveel meer als je ze een tijdje ‘ontbeert’ Mooie ode aan je oma en haar ‘lifestyle’.
Groetjes,
Dorothé
LikeLike
Zoals het klokje bij oma tikt tikt het nergens
LikeLike