“Help! Mevrouw! Het gaat niet goed! Help!”
Terwijl de noodkreet naast me wordt geschreeuwd zakt de vrouw over wie het gaat al langzaam in elkaar. Ik ben er nog net op tijd bij om haar van achteren vast te pakken en tegen me aan te laten leunen, zodat ze niet met haar hoofd op de harde koude vloer glijdt. Versuft zit ze op de grond. Haar blik op oneindig met een waas die wat wegheeft van een griezelig sprookjesland.
“Thea, hoor je mij? Thea!”
De vriendin van de vrouw probeert op haar in te praten. Weet je je naam nog? Kun je je tong uitsteken? Sprookjesland is echter ver weg en de blik van Thea lijkt dwars door de onze heen te gaan. Blanco. Geen reactie.
“We moeten de ambulance bellen! En haar dochter! Haar dochter moet weten dat ze hier ligt!”
Hoewel ik kramp krijg in mijn benen en mijn bloedtoevoer wordt afgekneld door de onmogelijke houding waarin ik zit durf ik me niet te verroeren. Ik ben geen bhv’er. Ik heb nog nooit een cursus EHBO gedaan. Ik ben gewoon, toevallig, iemand van de organisatie die op dat moment het dichtst bij stond. Gewoon iemand die ziet dat het niet goed is en dat ik dus maar beter kan blijven zitten zoals ik zit.
Dan ineens…een teken van leven. Alsof uit een diepe slaap lijkt de vrouw ineens uit haar waas te ontwaken. Ik weet echter niet wat een grotere nachtmerrie is: het verre sprookjesland of de gruwelijke realiteit. Aan de ogen van Thea te lezen denk ik het laatste.
“Grrhhhmmmbbbblll….grMMMMMMMbbblll!”
Angst. Onmacht. Paniek.
Terwijl ik Thea rustig probeer te houden, probeert zij zelf uit alle macht het leven in zich aan ons duidelijk te maken. Zonder succes. Hoe moet het voelen als je in je hoofd weet wat je wil zeggen, maar je lichaam weigert dit over je lippen te laten komen? Of als je in je handtas je adresboekje wilt pakken met het telefoonnummer van je dochter, maar je onmogelijk je arm opgetild krijgt? De onmacht in haar ogen spreekt boekdelen. Het gejammer dat daarop volgt gaat door merg en been. Ik voel me machteloos en ben blij als de ambulance eindelijk arriveert.
Eenmaal thuis móet ik een rondje rennen. Gewoon. Mijn hoofd leegmaken en voelen dat ik nog leef. Hoewel ik weet dat ze niet in kritieke toestand is weggebracht en dat het echte sprookjesland nog niet in zicht is, ben ik toch een beetje overvallen. Overvallen door de dood. Overvallen door het feit dat het zo snel kan gaan. Zo sta je nog gezellig met wat vriendinnen te kletsen en zo lig je met een losgeschoten bloedprop op de grond. Ik voel me klein en ontzettend sterfelijk. Het leven is een feestje, maar met de kleinste stroomstoring kan het al gedaan zijn met de ongedwongen toekomstmuziek.
Sprookjes bestaan niet. En als sprookjesland net zo kil is als de blik van Thea op dat moment, dan hoef ik daar ook nog niet heen. Helaas hebben wij over de keuze van dat lot helemaal niets te beslissen. Het komt zoals het komt en het gaat wanneer het gaat. Het enige dat in onze macht ligt is om te genieten van iedere dag. Om te genieten van het leven. En hier zelf iets bijzonders van te maken dat alle sprookjes overstijgt.
Hé lieve Sanne, ongelooflijk maar waar. Deze dingen gebeuren en het is heftig! Je hebt goed gehandeld, je mag trots op jezelf zijn. Het heldenbord is nu even voor jou! Dat het een impact op je leven heeft, daar ontkom je niet aan. Praat er over, doe waar je je goed bij voelt. Liefs, x
LikeGeliked door 1 persoon