Of zij niet soms het gevoel heeft wat te missen.
“Wat je niet of nooit gehad hebt, kun je ook niet missen.”
Ik denk dat dit waar is, maar vraag me tegelijkertijd af of het ook helemaal klopt.
Instagram, Facebook, Twitter. Weinig mensen die er naast hun normale leven niet nog een ‘social’ leven op na houden. Zelfs de bejaarden van nu maken online events aan van hun bingo-avonden en ‘liken en sharen’ zich de rimpels uit hun hoofd om kans te maken op het winnen van speelgoedpakketten voor hun kleinkinderen.
Zo niet mijn zusje. De laatste der mohikanen die zich tot nu toe dapper stand heeft weten te houden in al het social media geweld. Ze liket niks, deelt niks, ze post geen selfies en de sporadische keren dat ze op een ‘boomerang’ te bewonderen is, zegt meer over mijn overmatige social media gebruik dan haar gebrek aan sociaal vermogen.
“Vorige week was ik uit met een vriendin, maar ze zat constant selfies te maken voor op Snapchat. Best een beetje gek eigenlijk.”
Ja. Best een beetje gek inderdaad.
En natuurlijk kijkt ze wel eens. Op mijn telefoon of die van mijn moeder. En ja, dan heeft ze wel eens het gevoel dat ze dingen mist. Dat wij wel weten dat nichtje S een nieuwe hond heeft of dat T en W (alwéér) uit elkaar zijn. Maar verder?
“Ik heb dit weekend Instagram van mijn telefoon verwijderd”, zeg ik dan ineens.
“Jij?! Waarom?”
“Om eens te zien of ik inderdaad wat mis.”
Ik vertel haar over mijn experiment. Over het liken, het delen, de perfecte plaatjes. Dat ik van social media houd, maar ook de mindere kanten zie en weer eens even wil weten hoe het zonder is.
“Maar zit je dan nu alleen voor een tijdje niet meer op Instagram of …?”
Als een betrapte junkie denk ik aan vanochtend. Toen ik met mijn telefoon in mijn hand stond, klaar om mijn dagelijkse ‘ochtend-tweet’ te verzenden. Vlak voordat ik op verzenden drukte besloot ik het niet te doen. Niet te delen. Niet te tweeten. Net zolang tot iemand me zou missen.
“En?”
Tot nu toe heeft nog niemand mij gemist.