Paradijsvogels

Onlangs vond de Nationale Tuinvogeltelling plaats. Nu heb ik geen buitengewone interesse voor biologie, maar er is één soort vogel dat ik het hele jaar door graag in de gaten houd: de paradijsvogel.

Op zich is de paradijsvogel niet lastig te spotten. Dat is namelijk precies de eigenschap die ze zo uniek maakt. Ze vallen op in het straatbeeld van grijze muizen en bruine mussen. Met hun bonte pluimage zijn ze een bijzondere verschijning, hoewel hun kakofonie aan kleuren ook wel afgedaan wordt in termen als vreemd, raar en hysterisch.

‘Doe maar gewoon dan doe je gek genoeg’, krijsen de meeuwen. Ze moeten er niet aan denken hun grijze vleugels te verruilen voor een bonte verentooi. Opgaan in de menigte is hen spannend genoeg en in de pas blijven lopen met alle trends een uitdaging op zich. Je zal immers maar opvallen en gezien worden.

Zo niet de paradijsvogel. Die is trots op wie hij is en laat de mogelijkheid niet onbenut dat te laten zien. En zo kleuren ze het straatbeeld door gewoon te zijn wie ze zijn.

Ik houd van de paradijsvogels. Niet om hun soort, maar omdat ze als soort verschillend zijn. En verschillend dúrven zijn.  Terwijl het eigenlijk ook gek is dat je zoiets zou moeten durven. Want als niemand hetzelfde is, waarom zouden we er dan wel allemaal hetzelfde uit moeten zien? Waarom zouden we onopvallend door het leven moeten gaan, terwijl met slechts een paar afwijkende veren kan laten zien wie je écht bent?

Dus tel ik de vogels. En kleur mijn eigen veren.
Laat die meeuwen maar schreeuwen. Want wie niet gezien wordt, die telt niet mee.

God weet waarom

“Ik geloof maar een beetje hoor.”

Het meisje slaat een handdoek om haar haren en knijpt haar zwempak uit boven het doucheputje. Haar ogen rood van het chloor en de afdruk van de badmuts met een rode striem op haar voorhoofd.

“Ik bedoel, we gaan niet naar de kerk of zo. Ja, met kerst maar dat telt niet echt.”

Het is half acht. De zwemtraining zit erop. Terwijl ze zich in de vochtige kleedkamer in haar skinny jeans probeert te wurmen stoot ze per ongeluk haar schooltas van het houten kleedkamerbankje.

“Maar ik zit natuurlijk niet voor niets op het Christelijk Lyceum. Anders was ik wel naar een openbare… Wat? Nee, ik weet heus wel dat niet iedereen bij ons op school gelooft.”

Ze draagt een gouden kettinkje met een kruisje. En witte Adidas gympen. Met de handdoek nog om haar natte haren verdwijnt het kettinkje in de kraag van haar spijkerblouse. De gympen worden – uiteraard – gedragen zonder sokken. Blote enkels zijn mode deze winter. God mag weten waarom.

“Maar als je gelooft dan weet hij dat heus wel. Dat is gewoon zo. Dat geloof ik.”

De deur van de kleedkamer valt dicht. Natte voetstappen blijven achter op de tegels.
Een nieuwe schooldag is aangebroken.

En ik? Ik denk aan God.
Zou hij ook een beetje in zichzelf geloven?

Fake news

“Nou…tja…ik vind dat eigenlijk gewoon stom, mensen die voor een tweede keer trouwen. En dan het weer voor vandaag. Het is wordt vanmiddag zo’n 14 graden en daarmee is het extreem warm voor de tijd van het jaar.”

Net zo makkelijk als ze tussendoor even haar mening ventileert over het huwelijk van Patrick Kluivert, zo eenvoudig schakelt ze terug naar hogedrukgebieden en warmterecords.

Dat nieuwslezers ook maar gewoon mensen zijn, dat lijkt me niks nieuws. Wat wel nieuw lijkt te zijn, is de trend dat het mens-zijn van diezelfde nieuwslezers steeds vaker wordt ingezet om het nieuws ook persoonlijk te becommentariëren. Van een kleine voetnoot bij de januaristorm tot een heel epistel over waar de vakantie dit jaar heen gaat en dat het ‘echt heel irritant is’ om zo’n reis naar Indonesië goed te plannen.

Althans. Op de radio dan.
Op tv moet ik de eerste omroeper nog zien die lachend uitweidt over de griepepidemie gevolgd door een anekdote met emmers kots en geprakte banaan met sinaasappelsap. Laat staan dat er een momentje wordt genomen om even met de weerman of -vrouw te keuvelen over wat ze dit weekend hebben gedaan.

Want, nee. Noem me ouderwets, saai of behouden, maar eigenlijk wil ik het allemaal niet weten. Als ik naar het nieuws luister, wil ik nieuws horen. En dan het liefst op de klanken van een serieuze nieuwslezersstem. En ja, daar mag best een kleine persoonlijke noot bij zitten, maar als ik naar mensen wil luisteren die op een ‘leuke en luchtige’ wijze samen met de radiomaker alles van commentaar voorzien, dan kijk ik wel naar RTL Boulevard.

Want eigenlijk…nou…tja…eigenlijk vind ik dat gewoon stom, nieuwslezers die tijdens hun werk uit hun rol vallen. En dan het weer voor vandaag. Er zijn veel wolkenvelden en er valt lokaal wat regen. Het wordt zo’n 10 graden.