Ik was vergeten hoe het moest. Hoe het was om tussen de vage staat van dutjes en wakker zijn je te gedragen met je hoofd op een kussen terwijl je datzelfde hoofd het liefst tegen een muur aan zou willen knallen.
Een koele muur. Iets om de doorweektheid van je pyjama te compenseren. En de penetrante geur die je eraan herinnert dat je al een etmaal snakt naar een douche, maar vooral naar de energie om daadwerkelijk stappen tot douchen te ondernemen.
Je denkt aan vroeger. Thee en beschuit.
Beiden doen je kokhalzen. Niet vanwege de herinnering, maar vanwege het feit dat ook je maag totaal kwijt is hoe in dit soort situaties te handelen. Bij twijfel, niet doen.
Tijd kruipt als stroop door mijn aderen. Zolang de duiven tapdansen door de zinken dakgoot weet ik dat het dag is. Welke dag weten de duiven ook niet precies. Waarom zouden ze ook?
Langzaam glijd ik weg in een droom die tapdansende duiven vermengt met de stem van een sportcommentator.
‘Daar gaan ze! Op weg naar… Ja, wordt het brons? Wordt het zilver? Of, ja, wordt het…wordt het…’
Stilte.
Het tapdansen is gestopt. De duiven zijn gevlogen.
Buiten heeft het goudgeel plaatsgemaakt voor donkerblauw.
Morgen douche ik de nederlaag van mij af.
Van harte beterschap Sanne, ik hoop dat het gauw beter gaat.
LikeGeliked door 1 persoon
Dankjewel Dorothé. Gelukkig lijkt het rookgordijn van de Moderna op te zijn getrokken en ben ik morgen weer helemaal fit.
LikeGeliked door 1 persoon