De trap

“Je kan de flyers anders ook bij mij thuis afleveren hoor! Ik woon toch in het centrum.”

Als ik mijn adres doorgeef, blijft het angstvallig stil aan de andere kant van de lijn.

“Je bedoelt echt dat je daar woont?”
“Ehm, ja. Hoezo?”
“Maar daar ben ik geboren!”

Nog geen half uur later staat hij met een tas vol flyers bij mijn aan de deur. Ik schat dat hij ongeveer net zo oud is als ik en dat het dus ruim 30 jaar geleden moet zijn dat hij hier in ons huis het levenslicht zag. Ons huis, dat ooit zijn huis was en waar hij nu met pretlichtjes in zijn ogen ineens binnen staat.

Hij zegt dat hij de trap herkent. De foto’s die zijn vader daar van zijn moeder maakte, poserend met een sigaret in haar hand.
De woonkamer lijkt kleiner dan in zijn herinneringen. Als kind van 6 moet dit huis op zijn minst twee keer zo groot hebben geleken. Behalve de achtertuin dan.

“Wist je dat dit huis in eerste instantie geen tuin had?”
Ik schud mijn hoofd.
“Mijn vader heeft bedongen dat we een stuk grond achter ons huis kregen. Daarna heeft hij samen met mijn opa de schutting en de grote schuifpoort neergezet.”

De grote schuifpoort.
Het ding dat ik regelmatig vervloek omdat hij krom trekt en inmiddels meer weg heeft van sleuren dan van schuiven.
Maar nu ik die poort nog eens bekijk. Met het beeld van 2 zwoegende mannen erbij. En het verhaal met de pretlichtjes in de ogen.

Ik zeg hem dat hij wel boven mag kijken.
Hij zegt dat wij het mooi hebben opgeknapt.
Het is anders. Van nieuwe mensen. Na de vorige. En die daarvoor.
Hij heeft er zelf maar 6 jaar gewoond. Vage herinneringen van zijn kinderkamer doemen op. De honden die beneden in de hal lagen. En weer zijn moeder op die trap met de sigaret.

“Ze hield van poseren met verschillende outfits.”
Ik knik. Het is een goede poseer-trap. Dat ik dat niet eerder heb gezien.

Hij belooft foto’s te vragen. Van dat huis dat zijn ouders ooit voor 80.000 gulden kochten.
Het huis van 100 jaar oud, waar voor minstens zoveel jaar verhalen verscholen liggen. En waar ons hoofdstuk pas net is begonnen.

De deur valt achter hem dicht. Ik blijf achter in de hal met een tas vol flyers.
Even kijk ik naar de trap en naar mijn outfit. Het is bijna jammer dat ik niet rook. Dat had vast een mooie foto opgeleverd.

 

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s