Afgelopen week was ik voor het eerst in mijn leven bij een première. En dan niet zomaar een première van een lokale dansschool of toneelvereniging. Nee, een échte première. Zo eentje met rode loper en camera’s en allemaal belangrijke mensen en BN’ers.
En met mensen zoals ik: mensen die niet per se belangrijk zijn, maar zich als introducee toch even belangrijk mochten voelen. (Al was onze entree niet via de hoofdingang met de rode loper, maar discreet via het draaideurtje ernaast.)
Het voor het eerst bij een première zijn had iets spannends en opwindends, maar tegelijkertijd ook iets verwarrends en verontrustends. Ik was omgeven met allemaal mensen die ik wel ergens van kende, maar die tegelijkertijd compleet vreemden voor mij waren. En ik nog meer van hen.
Met een glaasje bubbels in mijn hand probeerde ik zo koel mogelijk te blijven onder het feit dat ik bijna stond armpje te wrijven met Anita Witzier en dat André van Duin voor mij aan de bar een kop koffie bestelde. En ja, ik weet, ook BN’ers zijn gewone mensen, maar op zo’n première gaat het niet om gewoon. Daar gaat het om kijken bekeken worden. Wie kent wie en wie staat waar in de hiërarchie.
Het lastige echter is dat de ranglijst niet alleen bestaat uit bekende koppen, maar ook uit theaterbazen, programmeurs en ander invloedrijk volk. Gezichten die je niet meteen zal herkennen, maar die potentieel wél heel belangrijk kunnen zijn voor je carrière. En dat is precies wat deze setting zo ongemakkelijk maakte: hoe onderscheid je het plebs van de daadwerkelijk belangrijke mensen? Helemaal als ze allemaal dress-to-impress zijn?
Ook ik. Want hoewel ik hiërarchisch gezien dan misschien ergens onderaan de lijst bungelde deze avond, ik had uiteraard wél mijn best gedaan dit met een overdaad aan glitters zoveel mogelijk te verhullen. Ik bedoel, een première is een première en ook het plebs pakt bij dit soort buitenkansjes graag uit.
Dus zag ik ze soms loeren. Zag ik ze soms kijken. Ken ik haar? Zou ik haar moeten kennen? Om vervolgens de blik af te wenden en op zoek te gaan naar ander invloedrijk bloed.
Andersom voelde ik de scheidslijn ook. Als ON’er een BN’er aanspreken of gewoon een welgemeend complimentje maken over een outfit? Tenzij je meteen door de mand wil vallen als hysterische fan: niet doen! Bij een première is niets zomaar welgemeend. Aan alles kleeft een zweem van belang.
Toen ik ’s nachts mijn glitter-panty uittrok, de laatste pailletjes uit mijn haar viste en in verwassen t-shirt in bed stapte, was ik blij dat ik naast iemand kon kruipen die er een hele andere ranglijst op nahoudt. En terwijl hij slaapdronken tegen me aan kroop en murmelde hoe lekker ik rook, voelde ik me voor heel even de belangrijkste persoon op aarde.