Mijn naam is haas

“Maar zijn we niet eigenlijk allemaal bange konijnen die met angstige ogen de koplampen inkijken?”

Ik neem een slokje van mijn bier en probeer onopvallend op mijn hoofd te voelen of er niet toevallig lange oren groeien. Want ja, ook mijn naam is haas. Angsthaas. En ik heb soms het gevoel dat ik ergens in het bos de verkeerde afslag heb genomen en nu langs de grote weg sta waar alsmaar auto’s voorbij blijven razen. Koplamp na koplamp na koplamp.

Wij mensen zijn niet zozeer bang om te leven, maar wel bang om te falen. Bang om te falen in ogen van anderen, terwijl die ogen wellicht niet eens onze kant op zijn gericht. Maar ja, dat willen we zelf niet zien. Invullen voor een ander en doorgaan. Net zolang tot we onszelf voorbij rennen en onszelf verliezen. Daar aan de rand van het bos.

Van het verhelderende biertje in het café beland ik op de bank bij het programma ‘Sophie in de kreukels’. Daar hoor ik dat een burn-out niet zozeer te maken heeft met hard werken, maar vooral met een verwachtingspatroon. De verwachtingen van anderen waar we onszelf aan committeren, zonder dat we luisteren naar wat we zelf echt willen. Want helemaal jezelf zijn, is dat niet alleen de beste versie van jezelf zijn, maar ook de meest beangstigende?

Terwijl ik mijn konijnenoren probeer te verstoppen, lijkt het alsof iemand een pad met kwartjes heeft laten vallen. Nee, ik heb nooit een burn-out gehad, maar als zelfs je moeder zegt dat je wel een burn-out-typetje bent, dan kun je nog zo diep wegduiken in je holletje, maar kom je jezelf aan het einde van die gang alsnog tegen.

En zo leidt het pad met kwartjes naar de voorstelling ‘Molman’. En wordt mij in het diepste donker de vraag gesteld: ‘Waar ben jij eigenlijk bang voor?’. Ik voel de oren op mijn hoofd groeien. Angst mag dan misschien een slechte raadgever zijn, soms is het goed deze toch te ervaren zodat je weet dat je de verkeerde richting op gaat. Je moet niet verder de weg op. Je moet terug het bos in. Terug naar de kern.

“Kijk, en nu komen we volgens mij bij de kern.”

Ik kijk op van mijn kopje koffie. Een kwartje valt tussen mijn oren.
Waar de vraag ‘Wat doe jij nou eigenlijk allemaal?’ wel niet toe kan leiden.
In mijn hoofd echoën de woorden na die ik er net allemaal uit heb gegooid. Een brei aan activiteiten, taken, opdrachten en verwachtingen, met daaronder een verlangen. Een doosje vol angst en hoop. Een droom om na te jagen en een vat aan twijfels, ‘ja maars’, en invuloefeningen voor anderen.

Hoe erg is het om ‘nee’ te zeggen? Om te besluiten niet over te steken? Om als kuddedier niet mee te gaan met de rest, maar je eigen pad te kiezen? Ook al weet je niet zo goed waar het toe leidt? Kies je de snelweg en het rechte pad, of ga je terug naar het bos? Naar de plek waar jij zelf bepaalt of je links of rechts gaat.

Terwijl de koplampen nog steeds aan mij voorbij razen,  probeer ik mij los te rukken van het licht. Ik mag dan grote oren hebben, ik heb ook een goede neus. Terwijl ik diep in en uit adem, ruik ik in de verte het bos. En dan zie ik voor mijn voeten kwartjes glinsteren. Voorzichtig draai ik mij om. Zou ik het durven?

“Het is niet goed altijd bang te zijn”, zei de molman onder de grond.
“Waarom voldoen we niet gewoon lekker aan onze eigen voorwaarden”, zei mijn vriendin in het café.
“Waarom kies je niet gewoon voor je eigen creativiteit?”, zei de coach bij de koffie.

Mijn naam is haas. En ik besluit niet langer een bang konijn te zijn.

Een gedachte over “Mijn naam is haas

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s