“Rode Lambrusco! Oh my, dát is lang geleden! Weet je wat? Ik doe het gewoon!”
Het is donderdagavond en we zitten spontaan een avondje in de pizzeria. Iets met geen zin om te koken, een ban aan diepvriespizza’s (dan kun je beter geen pizza eten) en algehele luiheid die we wegmoffelen onder het mom van ‘we hebben het wel even verdiend’.
Pizza dus. En wijn. Rode bubbeltjeswijn. Oh, the sweet memories! Met de eerste slok voel ik me meteen tien jaar jonger en krijg ik flashbacks van lange zomers, stapavonden met vriendinnen en lichte misselijkheid. Een te veel aan rode bubbeltjeswijn kan immers nooit goed zijn.
Maar nu, die eerste slok, zijn het vooral goede herinneringen. De bubbels op mijn tong doen mijn lijf bruisen en ik krijg zin om op stap te gaan en wijn te drinken alsof het morgen niet gewoon een werkdag is en ik als 31-jarige eigenlijk niks meer te zoeken heb in de kroegen hier.
De hunkering naar herinnering.
Ik houd ervan.
Smaken en geuren die wat doen met je lijf.
Zoals de geur van zwavel. Die me doet denken aan vulkanen en draken. Als klein meisje geloofde ik namelijk iets te sterk dat alles wat in sprookjesboeken stond waar was. Maar het brengt ook herinneringen terug naar een reis door Nieuw Zeeland. Naar modderbaden vol weldaad die je achteraf de geur van rotte eieren laten koesteren. Ook als die geur uiteindelijk je favoriete bikini deed ruïneren.
Geef mij een pakje kauwgom met watermeloensmaak en ik ben terug naar mijn studietijd Amerika. Ruik ik iemand met het luchtje Tommy Girl? Dan ben ik spontaan weer zestien en vier ik vakantie in Turkije. In de supermarkt kan ik het soms niet laten om even aan de bak met verse trostomaten te ruiken. De geur van de steeltjes doet oude blaren op mijn handen weer branden en brengt me terug naar Australië, waar ik na weken tomaten plukken zwoor nóóit meer iets in de groente- of fruitindustrie te doen.
Ik snuif herinneringen en proef de smaak van goeie ouwe tijd.
Waarvan het soms ook maar goed is dat deze is geweest.
Het tweede glas Lambrusco dat ik in blije euforie heb besteld, krijg ik nog niet eens voor de helft op. De wilde stapplannen die ik een half uur geleden nog had zijn uitgebruist. Ik bestel een kop thee en terwijl ik het zakje in mijn kopje doop besef ik dat de geur van sterremuntthee me vanaf nu voor eeuwig zal herinneren aan het feit dat het terugvinden van mijn jeugd alleen nog maar voor zal komen in sprookjesboeken.