Kraamvisite

Vandaag moet ik op kraamvisite.
Laat ik maar beginnen dat ik niet zo’n kraamvisite-tiepje ben. Als iemand me nou eens zou uitnodigen voor peutervisite! Peuters, daar weet ik wel raad mee. Peuters zijn leuk. In andermans huis dan. Waar je gewoon een marathon gekke bekken trekken kan houden en al het speelgoed uit de kast kan trekken. Om vervolgens thuis onder het genot van een kopje thee bij te komen op de bank in een schone kamer, terwijl moeders een huilend kind probeert te kalmeren in een ontploft speelparadijs. Tja, sommige mensen verkiezen nou eenmaal de lusten. Andere mensen…

Maar goed, kraamvisite dus. Het hele punt is dat dit onderonsje altijd met baby’s is. En baby’s. Daar kan ik niet zoveel mee. Je zit altijd met dat hoofdje (‘Wel goed het hoofdje ondersteunen hè!’) en op de een of andere manier ruikt zo’n ‘kraamhuis’ altijd naar een weeïge zweem van talkpoeder, melkkots en poepluiers.

Nu is dit alles nog tot daar aan toe. Het feit dat de meeste ouders tegenwoordig een creatieve variant van de traditiegetrouwe beschuit met muisjes serveren (‘Kijk! Een cakepop op een stok!’), dat kan ik nog wel aan. En dat ze namen verzinnen waarvan ik tot voor kort dacht dat ze alleen voor kwamen in boeken van Tolkien, dat moeten ze allemaal lekker zelf weten. Maar, als je dan op kraamvisite gaat. Als je met je mond vol cakepop die naam eindelijk goed hebt uitgesproken, dan weet je dat je onder één ding niet uitkomt. Dat er één ding is, één vraag die je onvermijdelijk gesteld zal worden:

‘Wil je de baby anders ook even vasthouden?’

En wat zeg je dan?! Nee?
Nou, dat zei ik eerst dus altijd. Totdat ik dit mijn moeder en zusje vertelde (beide goede voorbeelden van overduidelijke wél kraamvisite-tiepjes) en zij mij boos aankeken. ‘Je kan toch geen nee zeggen! Dat is hartstikke onbeleefd voor de moeder!’
Dat ik altijd dat je het vasthouden van een baby net zo kan weigeren als dat je een kopje koffie weigert (‘Nee sorry, ik houd niet zo van koffie’), blijkt dit ineens een stukje gecompliceerder te liggen. Iets met hormonen en gevoelige tepels.

‘Ah joh, dan fake je toch gewoon een verkoudheid!’, zei een collega van mij. Gewoon een beetje gericht niesen, geen moeder die haar baby aan jou afstaat. ‘Of…’,  begon een vriend, ‘zorg dat je meteen bij binnenkomst de beschuit op de grond laat kletteren. En zeg dan dat je daar wel vaker last van hebt. Dat je zomaar dingen uit je handen laat vallen.’

En toen. Toen, kwam mijn vriend ineens met hét ultieme argument. Terwijl ik voor mezelf zat te bepalen of ik echt niet gewoon netjes ‘Nee, dankjewel’ kon zeggen (zo beledigd zal ze toch niet zijn?) of dat ik me misschien toch maar gewoon aan dat wiebelhoofd moest wagen (ik kon het altijd nog ondersteunen met het stokje van die cakepop), hoor ik vanuit de keuken ineens roepen: ‘Ja dag! Je denkt toch niet dat dit ik dat ding ga vasthouden?! Dat komt uit je kut! Gatverdamme! Wat denk je wel?!’

Kraamvisite. Het zal nooit meer hetzelfde zijn.

Een gedachte over “Kraamvisite

Laat een reactie achter op Digisiem Reactie annuleren

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s