‘We are family. I got all my sisters with me. We are family. Get up everybody and sing!’
Het is ergens halverwege de avond als ik het clubje mensen voor mij van een afstandje bekijk. Om het juiste perspectief te zien, moet je soms even een stapje terug doen. De buitenstaander spelen. Door je oogharen kijken naar het schouwspel voor je.
Er wordt gedanst, gezongen, gedronken, geknuffeld, gelachen.
Een mooi en tegelijkertijd vervreemdend geheel.
Daar waar op een feestje meestal gelijkgestemden elkaar treffen, lijkt deze samenkomst nog het meest op een pizza quattro stagioni: mensen zo verschillend als zomer en winter, die samen toch een unieke combinatie weten te vormen.
Het is een gek iets, familie.
Het zijn mensen die je niet hebt uitgekozen. Mensen met wie je normaal gesproken misschien niet eens een klik mee zou hebben. Omdat ze anders zijn. Andere opvattingen hebben. Andere interesses.
Je zou dit kunnen betreuren.
Maar beter nog zou je dit kunnen omarmen.
Zou je een stapje terug moeten doen, om in het perspectief van een buitenstaander te kunnen zien hoe bijzonder het is dat familiebanden verschillen kunnen doen overstijgen. Dat je in alle verschillen ook de schoonheid kunt zien. En wellicht ook de gelijkenis.
Door mijn oogharen heen kijk ik naar rechts. Daar waar in een groen beklede stoel de vrouw zit die het deeg voor deze pizza heeft gekneed. Stil in een hoekje observeert zij het geheel met een glimlach. Voor een seconde kruisen onze blikken elkaar, dan doe ik een stap naar voren en stort me in de dansende menigte.
‘We are family. I got all my sisters with me. We are family. Get up everybody and sing!’
Wat een super pizza!
LikeGeliked door 1 persoon