Kort verhaal (2)

Jasper sloot de deur.
Ze was weg.

Had hij haar tegen moeten houden? Had hij haar – veel te zware, want licht pakken was zeg maar niet echt haar ding – weekendtas van haar schouders moeten trekken? Of is het goed zo? Is het goed dat ze er zelf binnen een paar dagen achter komt dat ze dit beter niet had kunnen doen en dat hij kan zeggen wat ze stiekem vast wel weet dat hij gaat zeggen: ‘zie je nou wel’.

Jasper loopt de kamer in. Op de eettafel rest het stilleven van een onafgemaakt ontbijt. Een halve bak kwark naast een koffiekopje met lipstick. Of nee, geen kopje. Een mok. Háár mok. De kat kijkt vanuit zijn mand met een schuin oog toe als Jasper de vaatwasser inruimt. Het is bijna alsof hij het beest kan horen denken wat hij weet dat zij zou zeggen. Dan draait hij de borden toch maar om.

Hij begrijpt wel en niet waarom ze dit wil. Net zoals hij veel dingen van haar wel en tegelijkertijd niet begrijpt. Het was precies wat hem in haar aantrok. Elin, het meisje met wilde plannen zonder doel. Het meisje dat hij bewondert om haar impulsiviteit en haat om haar wispelturigheid. Net zoals hij weet dat zijn nuchterheid haar omhelst en afstoot tegelijkertijd. Ze vullen elkaar aan, maar weten daarbij niet alle leegtes te vinden.

En nu is ze weg. En dat voelt vreemd en als een opluchting tegelijkertijd. Niet omdat hij wilde dat ze weg zou gaan, maar omdat ze nu in ieder geval zelf kan ondervinden dat ze beter niet had kúnnen gaan.

Soms voelt hij zich als haar vader. Belerend, maar ook bezorgd.
Zuchtend laat hij zich zakken op de bank. Twee ogen kijken hem vanuit de vensterbank meewarig aan.

‘Ja Flip, soms moet je mensen de ruimte geven domme dingen te laten doen.’

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s