‘En misschien willen jullie ook nog wel kinderen.’
‘Nee, eigenlijk niet.’
Stilte.
Correctie.
Ongemakkelijke stilte.
Stilte die na een paar seconden wordt opgevuld met een misschien nog wel ongemakkelijkere ‘oh’.
‘Oh’, ze willen niet.
Het is een bijna nog verontrustendere versie dan ‘oh’, ze kunnen niet.
Wat overigens ook zomaar had gekund.
Dat de stilte niet aan haar maar aan mijn kant was geweest.
Want wat als iemand wel wil maar niet kan? Wat als het niet lukt?
Maar de stilte volgde niet op de vraag, maar op het antwoord.
En het ongemak kwam voort op het zojuist aan het wankelen gebrachte wereldbeeld.
Het beeld waarin voortplanten de norm is. Waar wel ruimte is voor ‘niet kunnen’, maar nog weinig gevoel voor ‘niet willen’.
Het is alsof iemand je het lekkerste taartje ter wereld aanbiedt en jij het vriendelijk doch vastberaden afslaat. Niet omdat je het niet lust, maar omdat je er geen behoefte aan hebt.
Nee, dank je. Mijn koelkast is vol genoeg. Ik kom niks tekort.
‘Mooi weer vandaag hè?’
Ik knik.
De stilte is doorbroken.
Het wereldbeeld vervlogen.
Fijn dat het geen worsteling is voor jezelf, julliezelf. Dat hoor je nogal eens. En een ander heeft er niets mee te maken.
LikeLike
Nee, ik ben er heel open over. Voelt gewoon dat dit het is. Maar daar moeten anderen soms nog wel aan wennen 😉
LikeGeliked door 1 persoon