De Jack Russell en de luiaard

“Maar krijg jij hier dan geen zin van om op avontuur te gaan en met een rugzak alles van de hele wereld te bekijken?!”

Als een soort hyperactieve Jack Russell stuiter ik op mijn treinstoel heen en weer en kijk met hoopvolle puppy-ogen naast me om te zien of mijn enthousiaste blikken gehoord worden. Naast me wordt echter vooral gehoord, gezien en gezwegen. Zonder op te kijken wordt de bladzijde van het programmaboekje rustig nog een keer omgedraaid waarna er nog net- met de overtuigingskracht van een kiwi – een “Oh, jawel hoor” vanaf kan.

Een ‘oh, jawel’ die eerder een manier is om mij af te schepen zonder te roepen dat ik mijn mond moet houden, dan dat het echt een bevestigend antwoord op mijn vraag is. Hij kent mij langer dan vandaag.

Zo licht ontvlambaar als ik ben, zo nuchter is hij. Het moge een wonder heten dat hij me nog nooit heeft hoeven redden uit een sekte, want als ik ergens enthousiast voor wordt gemaakt, dan duik ik er met volle vaart in. Zag ik als kind een filmpje over een schilder, dan lag de dagen erna de tafel vol met verf, papier en kwasten. Had ik een balletvoorstelling gezien, dan was ik vastbesloten later professioneel balletdanseres te worden en sloot ik me avonden in mijn kamer op om mijn stijve-hark-lijf in een spagaat te duwen.

Ook nu, na een avond de meest extreme outdoorfilms op groot scherm te hebben gekeken, voel ik het kriebelen. En zou ik het liefst direct mijn rugzak pakken om gletsjers te gaan beklimmen en in een tent bij  min 20 te slapen. Terwijl ik weet dat ik strontchagrijnig wordt van kou en een hekel heb aan kamperen omdat je altijd nét iets te nodig moet plassen als je ’s ochtends wakker wordt en dan eerst vanuit je klamme tent een half voetbalveld over moet voordat je eindelijk je op knappen staande blaas kan legen op een koud kampeertoilet.

En dat weet hij ook.
Dus beantwoord hij mijn opgewonden gekwispel met de stoïcijnse glimlach van een luiaard en aait mij over mijn bol. Nog even probeer ik al blaffend weerstand te bieden en dingen te roepen als ‘het kanaal overzwemmen’ en ‘hardlopen naar Parijs’.
Hij knikt, hij lacht en weet; morgen is een nieuwe dag. Een nieuwe dag met nieuwe ideeën en dan zou die rugzak met avonturen zomaar een kattencafé, een carrière als kleinkunstenaar of topsporter kunnen zijn.

 

Een gedachte over “De Jack Russell en de luiaard

Plaats een reactie