Of het hier geen Marokkanenbuurt was wilden ze weten. Want in ‘zo’n soort wijk’ willen ze echt niet wonen.
Enigszins verbouwereerd door de vraag kijk ik de potentiële nieuwe huurders van onze woning aan, in de naïeve hoop dat ze misschien een grapje maken. Op hun gezicht is het sarcasme echter ver te zoeken. Een nieuwe woning zoeken is een serieuze zaak en je kan maar beter van tevoren weten of je buren van team couscous of team boerenkool zijn.
Terwijl ik me afvraag onder welk team ze onze Poolse buurvrouw met Surinaamse man zullen scharen, zijn zij inmiddels vooral benieuwd hoe het staat met de luidruchtigheid van de buren. Ze willen namelijk niet alleen het liefst met gelijksoortige mensen wonen, maar ook wel een beetje rustige buurt hebben. Wanneer ik aangeef dat je voor geluidsoverlast niet bang hoeft te zijn, komt er zowaar een glimlach op de gezichten. Mooi. Weinig gehorigheid. Dan kunnen ze naar hartenlust heavy hardcore draaien zonder dat anderen daar last van hebben.
Terwijl ik mijn tour door het huis vervolg, voel ik dat er langzaam een klomp in mijn maag ontstaat. Dacht ik van tevoren nog dat het niet overnemen van de schrootjes het grootste struikelblok zou zijn bij de overdracht van onze woning, nu ben ik bang dat juist het accepteren van deze schrootjes het grootste probleem zal betekenen.
Aan de garage zal het in ieder geval niet liggen. Daar passen met gemak een auto en twee scooters in. Hoeven ze mooi ook niet meer te fietsen, want daar hebben ze toch zo’n hekel aan. Net zo’n grote hekel als aan onze gekleurde muren denk ik ironisch. En ik ben ineens dubbel zo blij dat we in ieder geval niet verplicht zijn de wanden wit op te leveren. Laat ze zelf maar hardcore drie keer met blanke verf over onze oriëntaalse en saffraankleurige muren gaan.
Ondertussen zijn mijn gedachten bij de buren. Bij de gezellige Kroaten die sinds afgelopen zomer de appartementen naast ons opfleuren met hun muziek. Bij het buurjongetje dat met zijn Pools-Surinaamse mix altijd met een brede glimlach en kroeskrullen pakketjes komt langs brengen als we weer eens niet thuis waren. Bij Timmie, onze gekleurde adoptie buurtkat die dagelijks langskomt voor wat te eten.
‘Zo’n soort wijk’, waar je eigenlijk geen afscheid van wil nemen.
Met pijn in mijn maag sluit ik de deur.
Ik hoop dat ze de schrootjes niet overnemen. En met witte verf eerst elders hun gekleurde mening bijstellen.
Het zal naast je komen wonen zeg… 😄
Tja… je leert de wereld beter kennen in het Franse Gat. Ik woon er prima.
LikeLike
Ik ga met pijn in mijn hart het Franse Gat verlaten. Veenendaal op zijn kleurrijkst met volks, Veens en ‘vreemds’ naast elkaar.
LikeLike