Vroeger, als we als kinderen ruzie met elkaar maakten, dan wilden we bij wijze van discreet uitschelden nog wel eens roepen ‘Ja, en jouw vader is zeker directeur van een ventieldopjesfabriek!’
Waarom we dit exact riepen en waarom we dachten dat dit een doeltreffendere uitspraak was dan gewoonweg ‘klootzak!’, dat is me twintig jaar later nog steeds een raadsel. Wat me wel altijd aan deze uitspraak is bijgebleven, is die bewuste ventieldopjesfabriek. Ik weet dat deze vast niet in een hoedanigheid met directeur en al bestaat, maar toch…er moet iemand zijn die ventieldopjes maakt. Of ze op zijn minst ontwerpt (en daarbij steeds weer probeert op zoek te gaan naar betere, sterkere en meer aerodynamische modellen).
En als er dan zo’n ventieldopmannetje (of vrouwtje of genderneutraaltje) bestaat, dan zouden er ook mensen moeten zijn die nadenken over de haren van een afwasborstel. De juiste plaatsing en stugheid van de haren is namelijk cruciaal voor een al dan niet blinkende vaat. En wat dacht je van mensen die zich buigen over broodclipjes? Of mensen die innoveren op het gebied van hagelslagstrooituitjes? Er zullen zelfs mensen zijn die hun bankrekening vullen met de doorontwikkeling van bh-beugels.
Het meest benieuwd ben ik echter naar die mensen achter de bankjes. Die eenzame bankjes die je zo nu en dan bij tweederangs groenstroken ziet staan. Of in plantsoentjes die ooit plantsoenen waren, maar door uitbreiding van de stad nu zijn teruggedrongen tot een strookje gras met drie struiken en twee luttele bomen. En dan dus dat bankje. Dat ene bankje dat er ooit is neergezet met, ik mag aannemen, het doel er mensen op te laten zitten.
Maar dat zitten gebeurt dus nooit.
Nee, de eenzame bankjes zijn er niet om op gezeten te worden. Ze zijn er om, tja, waarom eigenlijk? Dat zou ik dus wel aan die mensen willen vragen. Aan die bankjesmensen die daarover na hebben gedacht. Want iemand moet toch hebben besloten dat op die bewuste plaats een bankje moest komen? Omdat dit bijvoorbeeld zo gezellig en uitnodigend oogt. Of omdat het op zijn minst de suggestie wekt dat je er zou kunnen gaan zitten.
Het probleem met de bankjes is echter dat ze op plekken zijn gezet waar je, zelfs als je het zou kunnen, niet eens zou willen zitten. Omdat de gezellige zit-suggestie teniet wordt gedaan door een minder gezellige zit-omgeving. Ingeklemd tussen twee N-wegen bijvoorbeeld. Of op een stukje gras naast een anoniem grafmonument met een hek eromheen.
Eén keer heb ik getest hoe het zou zijn om daar op zo’n eenzame bankjesplek mijn boterham op te eten. Ik moet toegeven; het zat best lekker, maar ondanks die goede zit kon ik toch mijn draai niet vinden en heb ik mijn boterhammen uiteindelijk ergens anders opgegeten. Conclusie: met het bankje an sich is niks mis (daar is door bepaalde mensen wel goed over nagedacht), maar met de plaatsing ervan is het hopeloos mis gegaan.
Tenzij, die bankjes dus met voorbedachte rade zo geplaatst zijn. Dat ze van begin af aan al het doel hadden om eenzaam te zijn en nooit in aanraking zouden komen met zweterige fietsbillen of verloren stukjes salamiworst. Laat staan met lege blikjes energy drink. En geloof mij, als zelfs de hangjongeren wegblijven van je robuuste postuur, dan ben je als bankje wel echt de mislukking onder de edele zitplekken der openbare ruimte.
Dan had je dus eigenlijk veel beter het haar op een afwasborstel kunnen zijn of zelfs dat kleine doch onmisbare ventieldopje.
En dan blijkt, dat we het als kinderen al die tijd bij het verkeerde eind hebben gehad. Want directeur zijn van een ventieldopjesfabriek is helemaal niet erg. Als je vader directeur is van de eenzame bankjesfabriek, dán moet je je pas schamen!
Ik begrijp je gevoel heel goed. Maar het kan nog erger. Naast de meeste van deze eenzame bankjes staat een prullenbak. Ik heb daar jarenlang een studie van gemaakt van dit straatmeubilair wat uiteindelijk een fotomap opleverde met meer dan 100 verschillende prullenbakken. Elk bak uniek in ontwerp. Ik stelde dan ook dezelfde vraag : welke ambtenaar heeft bedacht om op deze plek een prullenbak neer te zetten van dit ontwerp ? Vooral de disign bakken in dorpskernen waarmee de onderlingen gemeentes elkaar jaloers proberen te maken en die volgens mij een best deel van het gemeentebudget opeisen hebben mijn voorkeur. De mooiste bakken worden door staatsbosbeheer in elkaar geknutseld. Zo kan ik nog wel uren doorgaan. Vanaf nu zie je ze overal staan……de eenzame bankjes met de kansloze prullenbak. En in gedachten de gemeente ambtenaar die vanachter zijn bureau ooit de keuze heeft gemaakt op welke plek welk soort bak komt te staan.
LikeGeliked door 2 people
Nou, daar heb je me een punt! Die prullenbakken is me ook opgevallen. Ik denk dat het een samenzwering is. Die ambtenaren werken onder één hoedje!
LikeLike