“Maar de badkamer schoonmaken vind ik gewoon helemaal niet leuk.”
Mijn vader neemt een slok van zijn bier.
Stilte.
Mijn moeder kijkt mijn vader aan en als blikken konden doden, dan hadden we de uitvaart vast kunnen regelen.
“Nee, gelukkig sta ik wel te juichen als er weer haren uit het putje getrokken moeten worden.”
“Nou, dat zijn toch echt je eigen haren.”
“Oja?!”
“Ja. Heb je wel eens naar mijn hoofd gekeken? Die is toch echt helemaal kaal.”
“Ja, en als het nou beneden net zo kaal was, dan hoefde ik die vieze haren tenminste ook niet iedere week te verwijderen.”
Mijn vader weet dat hij fout zit, maar probeert zich alsnog als een kat in het nauw uit deze discussie te redden.
“Maar ik haal toch boodschappen en ik kook? Dat vind ik leuk.”
“Oja? En wie heeft er vandaag gekookt?”
“…”
“En wie pakt de stofzuiger en wie doet de was en wie poetst de wc en wie onderhoudt de tuin en…”
“Ja, ja, ja….ik weet het, ik weet het! Ik doe te weinig. Maar ik vind het gewoon niet leuk en ik weet ook niet hoe de wasmachine werkt.”
“Gelukkig vind ik het huishouden naast mijn nachtdiensten wel een feest en is er niet voor niets een spreekwoord dat ‘een kind kan de was doen’ heet.”
Met een hulpeloze blik probeert mijn vader oogcontact te maken met zijn schoonzoon aan de overkant van de tafel. Niet wetende dat schoonzoon thuis altijd de was doet. En de tuin. En een meester is in het verwijderen van vieze haren uit een doucheputje.
“Kijk”, zegt mijn moeder, “dat ik vroeger het overgrote deel in het huis deed omdat jij veel werkte en ik meer thuis was, à la. Maar nu jij met pensioen bent en ik nog steeds werk, zou het heel fijn zijn als je ook eens het initiatief tot iets van stofzuigen nam.”
“Maar het voelt gewoon niet als iets waar ik voldoening uit haal. Dan ga ik liever sporten ofzo.”
“En ik niet dan? Wat denk je van mij? Dat ik poets voor de lol?! Nee, je poetst voor een schoon huis, voor schone kleren, voor een schone douche, voor een putje dat fatsoenlijk doorloopt. Maar misschien zit jouw eigen putje nog wel een beetje te verstopt, want het kwartje lijkt nog niet helemaal te vallen.”
Zwijgend neemt mijn vader de laatste slok van zijn bier.
Morgen gaat hij de badkamer poetsen.
Misschien.
Nog steeds geen badkamer schoongemaakt, maar wel vanmorgen heerlijk gewandeld
LikeLike