“Oud worden is niet zo leuk als dat het lijkt hoor.”
Terwijl ik haar boodschappen van de kassaband op de rollator til kijkt ze me serieus maar met een verborgen twinkeling in de ogen aan.
“Hoe ouder je wordt, hoe meer gebreken. Oud worden willen we allemaal, maar als je het eenmaal bent…Nou kind, behoed je maar hoor! Ik zie slecht, ben kortademig en kijk, nu laat ik jou ook nog eens mijn boodschappen tillen.”
Ik geef aan dat ik het niet erg vind en loop een stukje met haar mee. Ze geeft om de meter aan dat het echt niet nodig is en dat ze me niet onnodig wil ophouden, maar merk dat ze er stiekem van geniet. En ik wellicht nog wel meer.
“Maar goed. Ik kan wel klagen. Maar als ik dan dat programma op tv zie. Van die jonge mensen die niet lang meer te leven hebben. Dan denk ik maar, ik mag me gelukkig prijzen dat ik zo oud ben nu. Ook al loop ik niet zo hard meer, ik loop wel.”
Even stopt ze en haalt een diepe teug adem. Of ik nog niet weg moet. Nee hoor, dat hoef ik niet. En anders wacht het wel. Ik heb tijd. Genoeg tijd om even stil te staan.
“Jullie kinderen zijn ook zo druk tegenwoordig! Een volle baan, huis, kinderen, sociale contacten. Ik begrijp het wel hoor. Het is ook niet niks allemaal. Moeten we hier links trouwens? Ik kan het niet zo goed zien. De chauffeuse – ja, tegenwoordig rijden er ook vrouwen op de buurtbus, zo leuk! – die me afzette zei me dat deze weg korter was. Maar ik ken deze weg niet zo goed.”
We lopen naar buiten, het winkelcentrum uit en de motregen in. Ik mag wel gaan hoor, zegt ze. Dat weet ik, zeg ik. Maar ik vind het wel even gezellig.
“Ja, dat vind ik eigenlijk ook”, zegt ze. En haar ogen twinkelen. “Ik kom toch zoveel lieve mensen tegen! En ik houd van praten, weet je. Ik houd heel erg van praten.”
Ik knik en houd mijn pas een beetje voor haar in.
“Tja, alleen boodschappen doen gaat niet meer. Daarom ga ik met de buurtbus. Maar ik vind het wel gezellig hoor. Lieve mensen. Ik weet nu alleen niet zo goed waar ze staan nu ik via een andere weg kom.”
Zo leer je nog wel eens een nieuwe route kennen, zeg ik. Ze lacht. “Och kind, hoe vaak ik die andere route al gelopen heb. Ik heb er versleten heupen van!”
In de verte komt een blauw busje aanrijden. Met chauffeuse. Samen schuifelen al kletsend via de nieuwe route ernaartoe. Ik heb geen haast. Ik heb de tijd. Het busje wacht. En voor héél even lijkt de tijd stil te staan. Lang genoeg om het moment te vangen. En te koesteren. Voor altijd.
Zucht… Jij bent ook leuk in alles: wat heb je dit leuk opgepakt Sanne. Oh die mevrouw heeft topdag gehad. Echt Lief *smelt*
LikeGeliked door 1 persoon
Geloof mij…ik ben heus niet in alles leuk! (Er zit iemand naast me die dat kan bevestigen ;-)) Maar dit soort kleine dingen…die maken ook mijn dag. Gelukkig kan ik dat opschrijven en delen als een soort bedankje 🙂
LikeGeliked door 1 persoon
Prachtig stukje!
LikeLike