Zingen met hart en ziel

Ik heb kei-veel zin in live karaoke, thuis staan vreemde Afrikaanse liedjes op de computer via Youtube op repeat, en als ik voor de zoveelste keer ‘It’s a wonderful world’ inzet in het oor van mijn vriendje wordt mij vriendelijk doch dringend verzocht of ik misschien even op kan houden met zingen.
Maar dat kan niet. De komende vijf weken niet. Dan ben ik namelijk weer volledig in de ban van de zangcursus, die ik inmiddels voor de vierde keer volg.

Zingen met hart en ziel. Het mag misschien klinken als een suffe cursus vol grijze tantes die door middel van hun stembanden op zoek gaan naar zingeving, ik kan niet meer zeggen dan dat je er stoned van vrolijkheid weer vandaan komt.

‘Iedereen kan zingen’, is het motto van onze zangleraar Ronald. ‘Goed of minder goed, dat maakt niet uit, maar iedereen kan het’. Iets waar overigens lang niet alle cursisten van overtuigd zijn. Op één dappere nachtegaal na die hard durft te roepen dat ze vroeger altijd te horen kreeg dat ze zo goed kon zingen, vallen de meeste reacties in de categorie ‘ik kan niet zingen’, ‘ik kan echt niet zingen’, ‘ik kan eeeeecht niet zingen’. Je zou je bijna afvragen wat deze krasse kraaien dan bij een zangcursus komen doen.

Maar dat is dus juist wat Ronald zo stoort. Die stembandtrauma’s. Het feit dat zingen wordt benaderd als een kunst die alleen voorbehouden is aan degenen die het écht kunnen. ‘In Afrika, daar zingt iedereen.’, zegt Ronald. ‘Jong, oud, man, vrouw. Iedereen zingt. Uit volle borst. Niet dat ze allemaal een even mooie stem hebben. Bij lange na niet. Maar ze zingen wel. Allemaal!’ En waarom zou dat hier niet zo mogen zijn? Waarom mogen hier alleen degenen met de X-factor zonder gêne hun mond opentrekken? Omdat zingen alleen voor echte Kinderen voor Kinderen sterretjes is? Of ook voor de wannabe’s die misschien niet zo’n mooie gooische ‘r’ hebben, maar minstens met net zoveel plezier alle deuntjes meeblèren. Gewoon, omdat het zo fijn is. Omdat zingen vrolijk maakt. Omdat het goed is voor je lijf, je gemoed en je humeur.

En dus zingen we. Vijf weken lang. Uit volle borst. En met hart en ziel. De eerste keer nog wat schuchter, maar naarmate de lessen vorderen steeds luider en zelfverzekerder. Want potjandorie, wat hebben die Afrikanen dat goed bekeken! Gewoon, niet zeuren, maar zingen! Van morokeni tot siyahamba en van olejo tot banaha. Hoe meer we durven, hoe losser we worden en hoe losser we worden, hoe meer we durven. En wat blijkt? We kunnen inderdaad allemaal zingen! Ja, echt, al-le-maal! De een hoog en zacht, de andere vol en laag, de volgende met verrassende melodieën en zo blijkt dat ieder een eigen unieke sound heeft. En dat je door al die sounds samen te brengen best wel een mooi geheel krijgt. Wat zeg ik: heel mooi! Wie had dat gedacht?

En zo zit ik dus vijf weken lang iedere donderdagavond zingend op de fiets. Niet omdat ik nou zo’n mooie nachtegaal ben, maar wel omdat ik als dappere dodo mijn inner-merel heb ontdekt en nu weet hoe fijn het is om deze af en toe eens heerlijk schaamteloos te laten fladderen. Gewoon, omdat het kan. En omdat ik met hart en ziel geloof dat we van die Afrikanen nog wel wat kunnen leren.

gg-97

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s