“Hmmm, hmmm, pomtiedom, pomtiedom.”
Twee uur. Ik hoef niet eens op de klok te kijken om te weten hoe laat het is. Twee uur. Exact. Geen twijfel. Het is als een wekker die afgaat. Een mechanisme dat in gang wordt gezet. Ik schuif mijn spullen wat aan de kant zodat het ‘gehmmm’ en ‘gepomtiedom’ rustig gepaard kan kan met het geritsel en openslaan van de krant.
“Goedemiddag”
“Goedemiddag”
Het duurt niet lang voordat meneer Pomtiedom wordt vergezeld door meneer Puzzel. Netjes met een potlood – uiteraard. Er zijn immers “ook nog andere mensen die graag de puzzels willen maken”, aldus zijn vrouw die na een half uurtje altijd even komt controleren of hij er nog zit. “Ik kijk nog even bij de romans”, zegt ze. Meneer Puzzel glimlacht en neemt nog maar een kopje thee. Mét suiker – uiteraard. Want die verrekte sudoku’s kosten me een partij concentratie en energie, daar mogen best wat snelle koolhydraten tegenover staan.
Meneer Pomptiedom heeft zijn gehum wat getemperd. Twee dingen tegelijk doen blijft een dingetje en op dit moment heeft hij al zijn aandacht bij het lezen van de krant nodig. Het is stil. Op wat gekuch, het tikken van mijn vingers op het toetsenbord en het geklinkel van het lepeltje in het theeglas van meneer Puzzel na. Het geklinkel is bijna een soort ritueel. Automatisch geroer van de rechterhand terwijl de ogen op de puzzel gefocust blijven. Altijd aan de kop van de tafel. Altijd met een theeglas én een kartonnen bekertje. Voor het theezakje. En de restjes papier van het suikerstaafje. Een stuk of drie per middag. Gelijk aan de drie koppen thee die het hem kost om de puzzel op te lossen.
“Goedemiddag”
“Goedemiddag”
Ik hoef niet op te kijken van mijn beeldscherm om te weten welke vraag er nu gaat komen. “Heeft u de Volkskrant al uit?”
Meneer Volkskrant. Komt vaak binnen rond een uur of drie en heeft die middag slechts één doel: de laatste Volkskrant te pakken krijgen. Niet de minste taak en zeker niet een die je moet onderschatten. De Volkskrant is namelijk nogal geliefd aan deze bewuste tafel. Het is dus iedere keer weer de vraag wie nu weer de gelukkige is die hem al eerste in het bezit heeft. Of hem stiekem ergens heeft verstopt onder een eigen ‘leesstapeltje’. Het is als handdoekje neerleggen op de stoelen bij het zwembad van een resort in Turkije. Zo snel mogelijk pakken wat je pakken kan en zorgen dat de tijdschriften en boeken die jij graag wil lezen op een mooi stapeltje voor jouw neus liggen.
Gelukkig zijn de stapeltjeshouders wel altijd iets coulantere mensen dan de handdoekbrigade aan de rand van het zwembad. Nadat meneer Volkskrant zijn standaard vraag van de dag heeft gesteld, komt de krant vanzelf onder een stapeltje vandaan. Met een vriendelijke “Dit is die van gisteren, maar ik heb die van vandaag bijna uit. Die zal ik zo dus aan u geven”, wordt de krant met een glimlach overgegeven. En met een knikje ontvangen.
Hmm, hmmm, pomtiedom, pomtiedom. Tiktiktiktiktik. Ritselritsels. Klinkel. Stilte.
De tijd verstrijkt zoals de vertrouwde geluiden over de tafel zweven. Geruisloos en toch weer niet. Dan, als bij klokslag, wordt de betovering rond half vijf weer langzaam verbroken. Kranten worden dichtgeslagen, klinkelende kopjes opgeruimd. De puzzel is klaar, de Volkskrant uit en de persoonlijk verzamelde stapeltjes (waarvan de helft nog niet gelezen is) worden weer netjes over de tafel verspreid. “Kom je?”, vraagt de vrouw van meneer Puzzel en reikt hem de hand. In de verte hoor ik het gehum van meneer Pomtiedom in de straten verdwijnen.
Alleen aan de leestafel blijf ik achter. De klok slaat vijf. Het ritueel is nu echt voorbij. Met een glimlach klap ik mijn laptop dicht. Wetende dat het ook volgende week weer vanzelf twee uur wordt.
Wat een leuke blog.
LikeGeliked door 1 persoon