…naar Parijs rijden? Op het strand slapen? In de zee duiken? Zonder badpak? Met onze handen eten? In de regen dansen? Hardop zingen? Naar Antwerpen lopen? Naar oma fietsen? Slingers ophangen? Kabouters verstoppen? Zeevonk vinden? Nieuwe paadjes ontdekken? Het pontje pakken? Geile egels voeren? Op blote voeten lopen? Spontaan op bezoek gaan? Picknickontbijten? Van de glijbaan roetsjen? In bomen klimmen? Ezeltjes aaien? Kaarten versturen? Cake versieren? Zomaar linksaf slaan? Doelloos verdwalen? Dromen vangen? Toeval treffen? Geheimtaal praten? De zon zien zakken? Sterren kijken? Met stokjes eten? Spaghetti slurpen? Beschuitfluiten? Muziek spelen? Duimworstelen? Bodypainten? Touwtje springen? Uit de maat dansen? De fantasiehond uitlaten? De boel de boel laten? Patronen doorbreken? IJs breken? IJsjes eten? Ontbijt dineren? Ons zomaar uitdossen? Complimentjes geven? Met vreemden praten? Koffie betalen? Ook voor de ander? Iets nieuws leren? Zomaar instappen? Na drie haltes uitstappen? De tijd vergeten? Werk vergeten? Alles vergeten? Behalve. Alles. Behalve. Half. Halfslachtig. Leven.